Groendak zelf aanleggen

Groendak zelf aanleggen

Een groendak isoleert, vermindert wateroverlast bij hevige regenval en draagt bij aan een beter leefklimaat in de stad. Maar een groendak is vooral gewoon heel erg mooi! Wil je ook een groendak aanleggen, maar denk je dat het te duur is? Dat zou best eens mee kunnen vallen. In sommige gemeenten kan je zelfs in aanmerking komen voor subsidie en als je het dak zelf aanlegt kan je ook een hoop besparen. Een groendak zelf aanleggen is ook helemaal niet zo moeilijk. Kortom, tijd om aan de slag te gaan! Hieronder lees je hoe je het aan moet pakken.

Stappenplan voor het zelf aanleggen van een groendak

1. Je dak

Het dak moet eerst bekeken worden; kan het een groendak dragen? Het moet minstens 80 kilogram per vierkante meter kunnen dragen, de meeste daken zijn echter wel sterk genoeg. Vraag bij twijfel een expert om advies. Een dak met een sterke helling heeft een anti-afschuifvoorziening nodig. Meestal is dat in de vorm van een soort soepel rooster; rasterplaten waarin de plantjes houvast hebben. Voordat je begint met de aanleg, moet het dak schoon gemaakt worden; veeg alle bladeren en andere oneffenheden bij elkaar en verwijder ze. Is er een afvoersysteem voor overtollig hemelwater? Zo niet, dan moet dat aangebracht worden. De dakranden moeten minimaal vijf centimeter dan de dikte van het totale materiaal, dus substraat en vegetatielaag.

2. Het pakket

Afhankelijk van je eigen voorkeur en het feit of je een plat of een schuin dak hebt, schaf je een kant-en-klaar of zelf samengesteld pakket uit. Dit omvat in ieder geval beschermfolie/drainagelaag, substraat en de vegetatielaag. Er zijn kant-en-klare vegetatiematten  en -cassettes verkrijgbaar, maar je kunt er ook voor kiezen om losse plantjes of zaden te kopen. Dat laatste is wat meer werk, maar biedt je wel meer keuzevrijheid voor wat betreft het ontwerp van je groendak.

3. Aanbrengen van de beschermfolie en drainagelaag

Leg de beschermfolie met een ruime overlap op het dak. Op de plaats van de afvoer snijd je het doek kruiselings in. Bij licht hellende daken komt hier overheen de drainagedoek, met de ribbels naar de onderkant in de lengte van het dak. Bij sterk hellende daken leg je rasterplaten op de beschermfolie. Met het leggen daarvan begin je aan de onderkant. Het is belangrijk dat de dakrand haaks is en niet is voorzien van een schuine mastiekschroot.

4. Waterafvoer

Nu moet er een boldraadrooster in de afvoer worden geplaatst. Rondom de afvoer moet grof grind worden gestrooid, zodat het niet gaat verstoppen. Ook langs de dakranden, de muren en andere doorvoeren (zoals bijvoorbeeld een ontluchtingspijp) wordt ook grind gestrooid. Licht het dak erg in de wind, dan is het slim om de dakranden te verzwaren met smalle betontegels.

5. Vegetatielaag

Als de beschermlaag en drainagelaag klaar zijn, is het tijd voor het aanbrengen van het substraat. Dit is de voedingsbodem voor de plantjes. Bij kant-en-klare systemen, zoals sedummatten en cassettes, is er minder substraat nodig dan wanneer je zelf gaat planten of zaaien. Volg de aanwijzingen op de systemen en ga anders uit van 1 zak (à 20 liter) substraat peer vierkante meter bij pakketten en van 3 à 4 zakken per vierkante meter bij zelf inzaaien of planten.

Sedummaten aanleggenVervolgens de matten uitrollen. De matten kunnen op maat bijgesneden worden met een stanleymes.  De cassettes worden eenvoudigweg op de substraatlaag gelegd. Begin onder aan de dakrand. Sedumstekjes worden geplant en zaadjes worden ingestrooid en  -geharkt.

Na de aanleg het dak direct besproeien. Bij droog en warm weer moet je de eerste twee weken  dagelijks water geven.


Groendak offerte aanvragen:

Gratis en vrijblijvend en offerte aanvragen voor het laten aanleggen van uw sedumdak: